Handboek Windmolenaar
Bevat 7 hoofdstukken met in totaal 214 figuren.
Klik op onderstaande titels om de hoofdstukken te openen, vervolgens op de paragrafen om de figuren te tonen.
Fig. 5.1.1.2
Doorsnede van een standerdmolen
Fig. 5.1.2.2
De voet
Fig. 5.1.2.3
Kruisplaat en teerling
Fig. 5.1.2.5 links
Bedekking van de voet (gesloten voet)
Fig. 5.1.2.5 rechts
Bedekking van de voet (halfgesloten voet)
Fig. 5.1.3.1
Burrie en steenbalk
Fig. 5.1.3.2
De standerdkast
Fig. 5.1.3.3
Het trapbint
Fig. 5.1.4.1
Kapvormen
Fig. 5.1.4.2
Luikapvormen
Fig. 5.1.5.1
Trap met doorlopende bomen
Fig. 5.1.5.2
Trap met parallelbomen
Fig. 5.1.5.3
Loopschoren
Fig. 5.2.1.2
Doorsnede van een wipmolen
Fig. 5.2.2.1
De (onder)toren
Fig. 5.2.2.2
Waterasgat van de molen van Noordeloos
Fig. 5.2.2.3
Het schaargebint
Fig. 5.2.2.4
Doorsnede van twee kokers
Fig. 5.2.2.5
Bovenzetel met steenburrie
Fig. 5.2.2.6
Onderzetel met voegburrie
Fig. 5.2.3.1
Het bovenhuis
Fig. 5.2.3.2
Het trapbint
Fig. 5.2.3.3
Balken op en tussen de daklijsten
Fig. 5.2.3.4
Oplegging penbalk
Fig. 5.2.4.1
De staart met trap
Fig. 5.2.4.2
Wipmolen met lange schoren
Fig. 5.2.4.3
Staart met kruibank
Fig. 5.3.2.1
De basis van de paltrok
Fig. 5.3.3.1
De opbouw van de paltrok - achteraanzicht
Fig. 5.3.3.2
De opbouw van de paltrok - zijaanzicht
Fig. 5.4.3.1
De spinnekop
Fig. 5.5.2.1
De weidemolen
Fig. 5.6.3.1
De paaltjasker
Fig. 5.6.3.2
Waterlopen van de paaltjasker
Fig. 5.6.4.1
De boktjasker
Fig. 5.6.4.2
Waterlopen van de boktjasker
Fig. 5.7.2.1
De torenmolen
Fig. 5.7.3.1
De ronde stenen molen
Fig. 5.7.4.1
Opbouw van het achtkant
Fig. 5.7.4.2
Voorbeelden van boventafelementen
Fig. 5.7.4.5
Overgang van een achtkante houten voet naar het achtkant
Fig. 5.7.4.6
Opbouw van het zeskant
Fig. 5.7.4.7
Constructie van de bintlagen voor een zeskante molen
Fig. 5.7.4.8
Constructie van een vierkante voet met schuur
Fig. 5.7.5.1
Stelling met onder iedere ligger een schoor
Fig. 5.7.5.2
Stelling met onder-, binnen- en buitensluiting
Fig. 5.7.5.3
Stelling met kraaienpoten
Fig. 5.7.6.1
Opbouw van een molenkap met een lange spruit
Fig. 5.7.6.2
Opbouw van een molenkap met een lange spruit of middenbalk
Fig. 5.8.2.1
Voorbeeld van een kruiwerk zoals toegepast in een torenmolen
Fig. 5.8.3.1
Kruiwerk van een binnenkruier
Fig. 5.8.3.2
Bezet- en doodketting
Fig. 5.8.4.1
Buitenkruiwerk
Fig. 5.8.6.1
Voorbeelden van kruilieren
Fig. 5.8.7.1
Windroos voor een zelfkruier
Fig. 5.9.2.1
Voorbeeld van een rollenkruiwerk
Fig. 5.9.2.2
Engels kruiwerk
Fig. 5.9.2.3
Neutenkruiwerk
Fig. 5.9.2.4
Voeghoutenkruiwerk
Fig. 5.9.3.1
Zetel en pen van het kruiwerk van een standerdmolen
Fig. 5.9.3.2
Onderzetel met voegburrie
Fig. 5.9.3.3
Bovenzetel met steenburrie
Fig. 5.9.4.1
Kruiwerk van de paltrok
Fig. 6.1.1.1
Het pothok
Fig. 6.1.1.2
Houten bovenassen
Fig. 6.1.1.3
Gietijzeren bovenassen
Fig. 6.1.1.4
Houten bovenas met insteekkop
Fig. 6.1.1.5
Opstelling halslager
Fig. 6.1.1.6
Halslageringen
Fig. 6.1.1.8
Het penlager
Fig. 6.1.1.9
Penlagers
Fig. 6.1.2.1
Bovenlagering van de koningsspil
Fig. 6.1.2.2
De poortstokken
Fig. 6.1.2.3
Onderlagering van de koningsspil
Fig. 6.2.1.1
Houten en ijzeren roeden
Fig. 6.2.1.2
Het haspelwiekenkruis
Fig. 6.2.3.1
Bevestiging van de roeden
Fig. 6.2.4.1
Het Oud-Hollands wieksysteem
Fig. 6.2.5.1
Zeeg en schoot
Fig. 6.3.1.1
Het molenzeil
Fig. 6.3.1.2
Diverse bevestigingen van molenzeilen
Fig. 6.3.3.1
De diverse zwichtstanden
Fig. 6.4.1.1
Zelfzwichting
Fig. 6.4.1.2
Askop met spin
Fig. 6.4.2.1
De Dekkerwiek
Fig. 6.4.2.2
De spleetwiek
Fig. 6.4.3.1
De Van Bussel stroomlijnneus
Fig. 6.4.4.1
De fokwiek
Fig. 6.4.5.1
De Bikauwiek
Fig. 6.4.6.1
Van Rietwiek, uitvoering Nispen
Fig. 6.4.6.2
Van Rietwiek, uitvoering Eindewege
Fig. 6.4.7.1
De Ten Haveklep
Fig. 6.4.7.2
Zwichtboom achter op de kap
Fig. 6.4.7.3
Bediening met zwichtboom
Fig. 6.4.7.4
Bediening met tandheugel
Fig. 6.4.8.1
Rem- en regelkleppen
Fig. 6.5.0.1
Kammen en staven
Fig. 6.5.0.2
De steek
Fig. 6.5.1.1
Het bovenwiel
Fig. 6.5.1.2
Opbouw van het bovenwiel
Fig. 6.5.1.3
Het vastzetten van armkammen
Fig. 6.5.1.4
Belegstukken
Fig. 6.5.2.1
Bonkelaars
Fig. 6.5.2.2
Klembanden om de bonkelaar
Fig. 6.5.2.3
Aandrijving voor een vijzel met zwaar en licht werk
Fig. 6.5.2.4
Dollenwiel
Fig. 6.5.3.1
Rondsels of schijflopen
Fig. 6.5.3.2
Voorbeeld van staven
Fig. 6.5.3.3
Rondsel met schietstaven
Fig. 6.5.4.1
Het spoorwiel
Fig. 6.5.5.1
Voorbeelden van sterre- of varkenswielen
Fig. 6.5.6.1
Het water- of onderwiel
Fig. 6.5.8.1
Kammen
Fig. 6.5.9.1
Gietijzeren wiel
Fig. 6.6.1.1
De Vlaamse vang
Fig. 6.6.1.2
De Hollandse vang of stutvang
Fig. 6.6.1.3
De stut
Fig. 6.6.2.1
Houten bandvang
Fig. 6.6.2.2
Stalen bandvang
Fig. 6.6.3.1
De vangbalk met toebehoren
Fig. 6.6.3.3
De ezel of voorste hanger
Fig. 6.6.3.4
Het hangereel
Fig. 6.6.4.1
Houten en metalen rijklamp en rust
Fig. 6.6.4.2
De lendestut
Fig. 6.6.5.2
De achterste hanger met duim
Fig. 6.6.5.3
Achterste hanger met klamp
Fig. 6.6.6.1
De binnenvangstok van de standerdmolen
Fig. 6.6.6.2
De binnenvangstok van de wipmolen
Fig. 6.6.6.3
De binnenwipstok van de Paltrok
Fig. 6.6.6.4
De vang met een evenaar
Fig. 6.6.6.5
De trommelvang
Fig. 6.6.7.1
De vang in een spinnekop
Fig. 6.6.8.1
De trekvang
Fig. 6.6.8.2
De pal
Fig. 11.1.1
Een duiker
Fig. 11.1.2
Molenviergang
Fig. 11.2.1
Molen met in- en uitmaalcircuit.
Fig. 11.3.1
De Dekkerpomp (links) en een roerom van een weidemolentje (rechts)
Fig. 11.4.1.2
Doorsnede van een ronde stenen poldermolen met een binnenscheprad
Fig. 11.4.1.3
Plattegrond van een schepradmolen
Fig. 11.4.2.1
Houten scheprad
Fig. 11.4.2.2
Metalen scheprad
Fig. 11.4.3.1
Het schaargebint in een achtkante molen
Fig. 11.4.3.2
Spilkalf en wervel
Fig. 11.4.3.4
Lagering wateras
Fig. 11.4.4.1
Metalen scheprad
Fig. 11.4.4.2
De wachtdeur
Fig. 11.5.1.1
Doorsnede van de basis van een vijzelmolen
Fig. 11.5.1.2
Plattegrond van een vijzelmolen
Fig. 11.5.2.1
Houten vijzel met twee gangen
Fig. 11.5.3.1
Licht en zwaar werk
Fig. 11.5.3.2
Bovenlagering van de vijzel
Fig. 11.5.3.3
Onderlagering voor de vijzel
Fig. 12.3.1
Het gaande werk van een achtkante korenmolen
Fig. 12.3.2
Het gaande werk van een standerdmolen
Fig. 12.4.1.1
De steenspil
Fig. 12.4.1.2
De spil- of tapbalk
Fig. 12.4.1.3
De keerneut
Fig. 12.4.2.1
De bolspil
Fig. 12.4.2.2
Kussen met taatspot
Fig. 12.4.2.3a
Houten steenbus
Fig. 12.4.2.3b
Metalen steenbus
Fig. 12.4.2.3c
Steenbus voor pennetjeswerk
Fig. 12.4.3.1
Diverse rijnen
Fig. 12.4.3.2
Balanceerrijn
Fig. 12.5.1.1
Het lichtwerk met de lichtboom naast het steenkoppel
Fig. 12.5.1.2
Lichtwerk met kruisvonder
Fig. 12.5.2.1
De regulateurs
Fig. 12.6.1.1
Een compleet maalkoppel met steenspil en rondsel
Fig. 12.6.2.1
De meelpijp
Fig. 12.7.1.1
Rijke of arme stenen
Fig. 12.7.1.2
Schematische indeling van het maalvlak
Fig. 12.7.2.1a
Maalsteen - Duitse blauwe steen met zwaaischerpsel
Fig. 12.7.2.1b
Maalsteen - Franse steen
Fig. 12.7.2.1c
Maalsteen - Kunststeen met pandscherpsel
Fig. 12.7.2.2
Doorsnede van een kunststeen
Fig. 12.7.3.1
Doorsnede van een steen met zachte uitslag
Fig. 12.7.3.2
Bilhamers
Fig. 12.7.3.3
De steenkraan
Fig. 12.8.1.1
Luiwerk van de standerdmolen
Fig. 12.8.1.2
Het sleepluiwerk
Fig. 12.8.1.3
Het kammenluiwerk
Fig. 12.8.2.1
Het afschietwerk
Fig. 12.9.4.1
De merktekens op spil en rijn
Fig. 13.1.1
Doorsnede van een Groninger koren- en pelmolen
Fig. 13.2.2.1
De onderkant van een Groninger pelsteen
Fig. 13.2.2.2
De onderkant van een Zaanse pelsteen
Fig. 13.2.2.5
Een compleet pelkoppel
Fig. 13.2.3.1
De zifterij, hier met dichtgemaakt halfschilhok
Fig. 13.2.4.1
De waaierij
Fig. 13.2.4.2
Trekblok
Fig. 13.2.5.1
Jacobsladder (zelfspannend)
Fig. 14.2.1
De wentelaszolder
Fig. 14.2.2
De maalvloer
Fig. 14.2.2.1
De kantstenen
Fig. 14.2.2.2
De strijkers en afloopbak
Fig. 14.2.3.1
Het vuister
Fig. 14.2.4.1
De laad met alle onderdelen
Fig. 14.2.4.3
Het oliewerk (voorslag)
Fig. 15.2.1
Doorsnede van een paltrokbalkenzager
Fig. 15.2.2
Doorsnede zeskante zaagmolen
Fig. 15.3.1.1
Drieslagskrukas
Fig. 15.3.1.2
Lagering van krukas en kolderstok
Fig. 15.3.1.3
Zaagwerk van een paltrok
Fig. 15.3.2.1
Het zaagraam
Fig. 15.3.2.2
Onderdelen van een zaag
Fig. 15.3.3.1
De zaagslede
Fig. 15.3.3.2
Verankering van de te zagen stam of balk
Fig. 15.3.3.4
Het steunbord
Fig. 15.3.4.1
Het krabbelwerk
Fig. 15.3.5.1
Winderij
Fig. 15.3.5.2
Winderijen van een bovenkruier- zaagmolen met twee sleden
Fig. 15.3.6.1
De jijntakel
Fig. 15.3.8.1
Indeling van de zaagvloeren van een acht- en een zeskante zaagmolen